Gezondheid is meer dan niet ziek zijn

Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte. Het is ook van belang hoe gezondheid iemand zich voelt. Het gaat dan bijvoorbeeld om ervaren gezondheid en gevoelens van angst. Juist deze aspecten van gezondheid kregen in de eerste fase van de coronacrisis minder aandacht. Deze fase was sterk gericht op het terugdringen van het virus, de zorg voor COVID-19 patiënten en de inzet van financiële steunpakketten. Voor de coronapandemie uitbrak was er juist aandacht voor bredere aspecten van gezondheid. Ervaren gezondheid, eigen regie, kwaliteit van leven, zingeving en maatschappelijke participatie zijn hierin belangrijke elementen. Veel van deze elementen zijn te vangen onder de noemer mentale gezondheid.

Mentale ongezondheid kent verschillende verschijningsvormen

Het ervaren van stress en onzekerheid tijdens een crisis is gewoon. Het leidt bij de meeste mensen ook niet tot ernstige psychische problemen. Wel kan langdurige stress – wat mogelijk is in deze crisis - tot lichamelijke en psychische klachten leiden. Er is op dit moment echter nog weinig bekend of het aantal gediagnosticeerde psychische stoornissen is gestegen. Bij mentale ongezondheid kan iemand last hebben van klachten zoals stress, angst of  eenzaamheid. Het kunnen echter ook psychosomatische klachten zijn, zoals hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid of buikpijn. De ernst van psychische klachten kan variëren van af en toe milde klachten tot een gediagnosticeerde psychische stoornis, zoals een depressie (1). Dit is een glijdende schaal.  Ook is er wederzijdse beïnvloeding, bijvoorbeeld  tussen eenzaamheid en angststoornissen, en tussen depressie en angst  (2,3). 

Coronacrisis heeft gevolgen voor mentale gezondheid

Er is een duidelijke link tussen mentale gezondheid en de coronapandemie. Direct na de corona-uitbraak in april voelden mensen zich (veel) meer angstig (+39%), (veel) somberder (+32%), (veel) meer gestrest (+30%) en (veel) eenzamer (+28 %) (4). Deze percentages namen in de maanden daarna wel af. Er is geen toename van geregistreerde suïcides en suïcidepogingen gezien, in ieder geval in de periode tot 8 juni (5). Ook onder studenten waren er effecten. Ruim de helft van de studenten kan zich slechter concentreren. Ook is ruim de helft eenzamer en voelt 45% zich somberder door corona. Het percentage studenten met matig tot ernstige depressieve klachten is 11% hoger, en het percentage met matig tot ernstige angstklachten is 5% hoger dan voor de coronacrisis  (6). 

Effecten op mentale gezondheid verschillen per bevolkingsgroep

Het effect op mentale gezondheid uit zich niet bij iedereen op dezelfde manier. Bepaalde groepen mensen hebben vooral angst voor de ziekte COVID-19. Denk aan ouderen, mensen met een laag opleidingsniveau, en mensen met onderliggende gezondheidsproblemen zoals chronische luchtweg- of longproblemen, hartaandoeningen en diabetes. Andere groepen in de samenleving hebben meer last van de gevolgen van de maatregelen. Zo ervaren uitkeringsgerechtigden en arbeidsongeschikten vooral angst. Jonge mensen rapporteren vooral stress. Ook het wegvallen van een dagstructuur, zoals school of werk, kan negatief uitwerken op de mentale gezondheid (3). 

Ook positieve effecten van coronacrisis op mentaal welbevinden

Er zijn ook positieve effecten te zien. Uit de gezondheidsenquête van het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) bleek bijvoorbeeld dat in het tweede kwartaal van 2020 82% van de mensen positief was over de eigen gezondheid. In de jaren daarvoor was dit 78%. Mensen hebben rust ervaren, en hadden door meer thuiswerken minder reistijd en meer tijd met het gezin. Ook hadden ze meer regie over hun werkdag en voelden ze meer verbondenheid met anderen (7). Van de thuiswerkers geeft 45 procent aan ook na coronacrisis te willen thuiswerken (7). De voordelen van thuiswerken wegen op tegen nadelen als langdurig virtueel werken en een minder prettige werkplek  (9). Ook zagen we positieve effecten bij hele specifieke groepen, zoals bijvoorbeeld mensen met autisme. De maatregelen rond corona zorgen voor minder prikkels. Het is minder druk, en ze kunnen door thuiswerken minder last hebben van alle voor hen vaak lastige sociale momenten  (10). 

Eenzaamheid tijdens de coronacrisis geeft een wisselend beeld

De toename van eenzaamheid in de toekomst was al vóór de coronacrisis  een belangrijke ontwikkeling (11,12). In het Trendscenario zien we dat het aantal eenzame 75-plussers toe neemt van ruim 740.000 in 2018 naar ruim 1,4 miljoen in 2040. Dit is ongeveer 55% procent van deze leeftijdsgroep. Sinds het begin van de coronacrisis zagen we juist een afname van mensen die zich enigszins of sterk eenzaam voelden. Van 71% eind april tot 47% in juli-augustus, waarna er een lichte stijging in september-oktober te zien was naar 51%  (13). Een soortgelijke afnemende trend werd ook gezien in ander onderzoek onder samenwonenden  (14). De aard van eenzaamheid lijkt wel veranderd tijdens de coronacrisis. Er is minder sociale eenzaamheid, wat gaat over het gemis van een bredere groep mensen zoals kennissen, collega’s en buurtgenoten. Er is wel meer emotionele eenzaamheid, wat gaat over het gemis aan een emotioneel hechte band met een partner of vriend  (15). Als we kijken naar specifieke groepen, zoals ouderen, laagopgeleiden en mensen met lage inkomens, dan zien we daar wel sterke eenzaamheidsgevoelens (16). Met name ouderen in verpleeghuizen voelden zich eenzamer dan voor de coronamaatregelen. Eén op de zeven bewoners is in meer of mindere mate eenzaam. Hierbij zien we een toename in de ernst en frequentie van stemmings- en gedragsproblemen   (17). 

Ander zorggebruik voor mentale gezondheid door corona

Tijdens de coronapandemie is er veel veranderd in het verlenen van reguliere zorg, ook in de GGZ Geestelijke gezondheidszorg (Geestelijke gezondheidszorg). Zo nam het aantal verwijzingen naar de ggz direct na de eerste golf af. Deze afname varieert van tussen de 25% oplopend tot zelfs 80% voor Specialistische GGZ en de jeugd-GGZ. Ongeveer 70% van de psychiaters geeft aan dat tijdens de periode van half maart tot half mei bijna alle geplande behandelcontacten zijn doorgegaan; 18% geeft aan dat meer dan de helft van de contacten zijn doorgegaan. Van de afspraken die niet doorgingen was een belangrijke reden vooral het afzeggen door de patiënt zelf. Er is ook meer zorg op afstand gegeven (zie ook: thema Zorg). Dit kan een goed alternatief zijn voor face-to-face contacten. Bij jongeren met ADHD blijkt dit geaccepteerd te worden en praktisch haalbaar en effectief te zijn (18). Toch is het belangrijk om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit.

Toekomstig effect van corona op mentale gezondheid onbekend

Het is nog niet duidelijk hoe toekomstige ontwikkelingen van mentale gezondheid zullen verlopen. Er is nog weinig kennis over gevolgen van langdurige en grootschalige rampen en crises zoals de coronapandemie. Wel is er al meer onderzoek gedaan naar de gevolgen van zogenoemde flitsrampen zoals de Bijlmerramp of de vuurwerkramp in Enschede. De coronapandemie verschilt hiervan doordat er geen sprake is van plotselinge grote impact. Het is meer een voortdurend en aanhoudend risico, met mogelijk chronische stress en onzekere gevoelens tot gevolg. Ook gaat het om een grootschalig risico. Iedereen kan erdoor getroffen worden en iedereen kan een ander besmetten. 

Verschillende fasen van rampen te onderscheiden

Bij flitsrampen kunnen er verschillende fasen  onderscheiden worden (19). In de ‘impactfase’ overheerst ongeloof, verbijstering en angst. Na de impactfase volgt de ‘honeymoonfase’, met merkbare verbondenheid en solidariteit. De honeymoonfase wordt gevolgd door de ‘desillusiefase’, waarin mensen vermoeid en uitgeput raken. De ervaring van steun uit de omgeving neemt af.  In deze fase groeit vaak ook het besef dat (financiële) steun van de overheid niet onbeperkt kan zijn en dat de rekening hiervan uiteindelijk terugbetaald zal moeten worden. In deze fase, ook wel de ‘ramp na de ramp’ genoemd , wordt de kwetsbaarheid van verschillende bevolkingsgroepen meer zichtbaar en voelbaar. Als laatste fase komt de herstelfase, waarin mensen hun leven weer kunnen oppakken. Kennis over andere rampen laat zien dat onder meer het emotionele welzijn zich dan weer kan herstellen, maar dat dit ook jaren kan duren  (19, 20).

De verschillende fasen van de coronacrisis 

Het verloop van de coronacrisis laat parallellen zien met de fasen die bij flitsrampen worden onderscheiden. In de impactfase overheersten ongeloof, angst en verbijstering. Er volgde daarna een fase waarin de intelligente lockdown werd ingevoerd, met bijvoorbeeld de afstandsmaatregelen die een gevoel van veiligheid gaven. De overheid kwam ook al vrij snel met financiële steunpakketten. Er was een sterkere onderlinge verbondenheid doordat mensen samen de gebeurtenissen doorstaan, kenmerkend voor de honeymoonfase. Dat zou een verklaring kunnen zijn dat de ervaren gezondheid in bepaalde perioden tijdens de eerste golf hoger dan andere jaren was. De desillusiefase is ook te herkennen in de coronacrisis. Zo raken mensen vermoeid door de maatregelen en de grote verstoring van het dagelijks leven, vanwege aanhoudende beperkingen van sociale interactie en thuiswerken. Het liefst willen mensen de draad van het gewone bestaan weer oppakken. Wanneer de herstelfase zal ingaan en hoe lang het herstel van emotioneel welzijn zal duren, is voor de coronacrisis nog onzeker. 

Veel sociaaleconomische effecten moeten nog komen

De ramp na de ramp zou nog erger kunnen worden als de sociaaleconomische gevolgen, zoals oplopende werkloosheid en inkomensonzekerheid, merkbaar worden. Het CPB Centraal Planbureau (Centraal Planbureau) schat nu in dat de werkloosheid pas na 5 jaar weer op het oude niveau zal zijn  (21). Nieuwe golven in de coronapandemie kunnen dit nog verergeren. Door aanhoudende beperkende maatregelen zal het aantal sociale contacten voor specifieke groepen, zoals ouderen, verminderen. Meer mensen zullen zich eenzaam en geïsoleerd voelen. Dit kan weer gepaard gaan met psychische problematiek, zoals depressie, waardoor een vicieuze cirkel kan ontstaan (22). Ook bij eerdere crises zagen we bij bepaalde groepen in de bevolking een verslechtering van de psychische gezondheid. 

Ontwikkelingen op lange termijn onzeker maar lijken niet gunstig

Wat de ontwikkelingen van de coronapandemie op lange termijn betekenen voor de mentale gezondheid lijkt lastig aan te geven. Dit is afhankelijk van de gevolgen van de eerste en tweede golf, hoe de pandemie verder verloopt, en welke maatregelen er getroffen worden. Kan en zal de Nederlandse overheid financiële steunpakketten blijven inzetten? Hoe en door wie wordt de rekening betaald?  Op basis van kennis over eerdere pandemieën, rampen en (economische) crises zien we dat deze vaak leiden tot een verslechtering van de psychische gezondheid van de bevolking, tot een stijging van het aantal GGZ-opnamen en een toename van suïcide  (23). Het langetermijnperspectief voor mentale gezondheid lijkt daarmee niet erg gunstig te zijn. Deze kennis is wel veelal gebaseerd op andere typen gebeurtenissen. De enige manier om duidelijkheid te krijgen over de gevolgen op langere termijn voor mentale gezondheid is om te blijven monitoren. Dat levert meteen ook een verbeterde kennisbasis voor de rampen en crises van morgen. 

Referenties